In de Brabantse bossen van Het Groene Woud komen vele soorten planten en dieren voor. Met name de zogenoemde leembossen hebben een hoge biodiversiteit. Dit hangt samen met de relatief vochtige bodems waarop ze ontstaan zijn. Leembossen zijn zeldzaam en vanuit (inter)nationale optiek is uitbreiding en bescherming hard nodig.
Op voormalig agrarische gronden worden inheemse boomsoorten aangeplant die kenmerkend zijn voor leembossen, zoals de haagbeuk, winterlinde, zomerlinde en de fladderiep. Naast de aanleg van nieuw bos worden ook de bestaande leembossen qua vitaliteit en natuurkwaliteit versterkt. Het project heeft als doel om de biodiversiteit zowel kwantitatief als kwalitatief te versterken. Denk hierbij aan zeldzame vlinders als bont dikkopje, kleine ijsvogelvlinder en dieren zoals de boomkikker, de grauwe klauwier, de wilde kat, otter en zwarte ooievaar.